Iraans sji’itisch geestelijk leider, *17.5.1900 Chomein. Chomeiny studeerde aan de theologische school te Qom, waar hij later de koran onderwees.
In 1960 kreeg hij de titel ^ayatollah wegens zijn verdiensten op religieus gebied. Hij toonde zich een onverzoenlijk tegenstander van het regime van de sjah. In 1963 werd hij het land uitgewezen. Tot okt. 1978 vanuit Irak, daarna vanuit Frankrijk organiseerde hij het verzet van de sji’itische geestelijkheid, dat ook in andere kringen aansloeg en op den duur zo massaal werd, dat de sjah begin 1979 zijn land moest verlaten. In febr. 1979 keerde Chomeiny naar Iran terug en vestigde zich in de heilige stad Qom. Vanhieruit gaf hij vorm aan de opbouw van een islamitische staat, en kantte zich daarbij tegen alle met de islam strijdige elementen.
Door zijn charismatische begaafdheid oefende hij een enorme invloed uit op de ontwikkelingen in Iran. In het conflict met de VS, met als hoogtepunt de gijzeling van een vijftigtal Amerikanen in de Amerikaanse ambassade te Teheran (nov. 1979jan. 1981), nam Chomeiny een hard standpunt in en bleef hij ongevoelig voor de Amerikaanse sancties en waarschuwingen. De GW kent hem de rol van een soort opperpresident toe. Uitgave: Citaten van ayatollah Khomeiny (1979).