Gepubliceerd op 17-01-2021

Nieuw-zeeland

betekenis & definitie

(New Zealand), constitutionele monarchie in de Grote Oceaan, 1600 km ten zuidoosten van Australië, 268675 km2. Hoofdstad: Wellington.

BEVOLKING De Nieuwzeelandse bevolking telde in 1979 ca. 3,1 mln. zielen. Het geboortencijfer bedroeg in 1978 16,31 %o en het sterftecijfer 7,88 %o. Na de politiek van afremming van de immigratie vanaf 1974 had Nieuw-Zeeland in 1977 echter voor het eerst een emigratieoverschot, dat in 1979 tot 26544 personen was gestegen. De emigrantenstroom richt zich m.n. op Australië, waar ook de meeste betrokkenen vandaan zijn gekomen.

ECONOMIE Wat de landbouw betreft, is de veeteelt nog steeds van essentieel belang voor de economie van het land: 89 % van de landbouwgrond en 65 % van de exportwaarde heeft betrekking op de veeteelt. Bovendien is Nieuw-Zeeland na Australië en de USSR de grootste wolproducent ter wereld. De akkerbouw speelt een ondergeschikte rol en produceert slechts voor de binnenlandse markt.

Hoewel de mijnbouw van ondergeschikte betekenis is (een steenkoolproduktie van 2,4 mln. t), zijn bij Huntly drie nieuwe steenkoolmijnen in ontwikkeling. Van toenemend belang is de winning van ijzerhoudend zand bij Waikato Heads, Waverley en Taharoa.

POLITIEK Na het overlijden van premier Norman Kirk in 1974, werd deze als partijleider, premier en minister van Buitenlandse Zaken opgevolgd door de minister van Financiën, Wallace Rowling. De oppositieleider Marshall werd in 1974 vervangen door Robert Muldoon. De verkiezingscampagne voor de parlementsverkiezingen van 1975 werd beheerst door de National Party van Muldoon. Hij gaf de Labourregering van Wallace Rowling de schuld van de economische moeilijkheden, stelde misbruik van sociale voorzieningen aan de kaak, beloofde een krachtige aanpak van de groeiende criminaliteit en sprak zich uit voor een drastische beperking van de immigratie. De verkiezingsuitslagen betekenden een grote overwinning voor Muldoon. De National Party kreeg 47 % van de stemmen (55 zetels), Labour 40 % (32 zetels).

De nieuwe regering ging de economische problemen van Nieuw-Zeeland te lijf. In de loop van 1976 werd een algemene prijs- en loonstop afgekondigd. Door verscherping van de stakingswetten werd de macht van de vakbonden ingeperkt. Bij de op 25.11.1978 gehouden parlementsverkiezingen wist de National Party van premier Muldoon maar net de meerderheid te behouden, nl. 49 zetels (verlies 6) tegen 42 (winst 11) voor de Labour Party en één voor de Social Credit Party. De socialisten werden met 40,5 % van de stemmen tegen 39,5 % van de National Party de grootste partij, maar de grote winnaar was de Social Credit Party met 16 %. De Labouroppositie beloofde de kiezers betere sociale voorzieningen en verlaging van belastingen en hypotheeklasten.

De ontevredenen schenen meer te zien in de Social Credit Party. Deze partij wilde de economische toestand verbeteren via monetaire hervormingen. Ook de liberalisering van de abortuswetgeving was een twistpunt in de verkiezingsstrijd.

Op 13.12.1978 kondigde Muldoon een reorganisatie van zijn kabinet aan, waarbij zes nieuwe ministers werden benoemd, zeven ministers werden vervangen en zes andere met nieuwe taken werden belast. LiTT. K.Jackson, The 1975 New Zealand general election (in: The Round Table, 1975); H.G.Cossack, Neuseeland (in: Mitteilungen der Bundesstelle für Aussenhandelsinformation, 1977).