(Buughd dakh Mongol Arat Ulus), staat tussen China en de USSR, 1565000 km2, 1,72 mln. inw. Hoofdstad: Oelan Bator.
ECONOMIE
De bevolking van de Mongoolse Volksrepubliek neemt gemiddeld met 2,9 % per jaar toe. Van de beroepsbevolking werkt 56 % in de landbouw, 22 % in de industrie en 22 % in de dienstensector. De belangrijkste bestaansmiddelen zijn landbouw, vooral veeteelt en mijnbouw. De veeteelt wordt uitgeoefend op ca. 250 collectieve bedrijven en een vijftigtal staatsbedrijven. De mijnbouw produceert steen- en bruinkool (4,93 mln. t), aardolie, aardgas, koper, wolfraam, molybdeen en fluoriet. De belangrijkste exportprodukten zijn vlees en wol.
POLITIEK
In de jaren zestig werden de banden met de USSR steeds sterker aangehaald, waarbij premier J.Tsedenbal, die in 1952 de overleden C.Tsjoibalsan was opgevolgd, getrouw de richtlijnen van Moskou volgde. In de jaren zeventig probeerde de volksrepubliek met Russische steun via twee vijfjarenplannen om te schakelen van een veeteelt-economie naar een industriële landbouwstaat, met expansie van de mijnbouw. In juni 1974 volgde Tsedenbal het in 1972 overleden staatshoofd Samboe op. D.Batmoench werd premier. Tsedenbal liet in 1976 weten dat Mongolië bereid was de betrekkingen met China te normaliseren. Algemeen werd dit beschouwd als een nieuwe koers van Moskou.
In dec. 1981 kondigde Tsedenbal in het Centraal Comité van de Revolutionaire Volkspartij een zuivering aan. Vanaf jan. 1982 werd een groot aantal wetenschappers van hun posten ontheven omdat zij aan de sovjetwetenschap te weinig aandacht zouden hebben besteed. Ook talrijke ministers, hoge officieren en vakbondsleiders werden ontslagen of overgeplaatst.
Medio 1982 werden China, de VS, Japan en enkele Westeuropese landen ervan beschuldigd ideologische subversie jegens Mongolië te plegen en, voorzover het om buitenlandse bezoekers ging, inlichtingen te verzamelen over de Mongoolse defensie en economie. De bevolking werd aangeraden daarvoor op haar hoede te zijn. In datzelfde jaar vond, voor het eerst sinds 1964, een bijeenkomst plaats van de gezamenlijke Chinees-Mongoolse grenscommissie. Met de Cambodjaanse regering van Heng Samrin werd een vriendschapsverdrag gesloten. Eind aug. 1984 trad J.Tsedenbal om gezondheidsredenen terug als staatshoofd en partijleider. Hij werd opgevolgd door Batmoench. LITT. S.Jagchid en P.Hyer, Mongolia’s culture and society (1979); R.A.Rupen, How Mongolia is really ruled. A political history of the Mongolian People’s Republic, 1900-78 (1979).
