Gepubliceerd op 17-01-2021

Inbraakbeveiliging

betekenis & definitie

v. (-en), systeem dat een gebouw of gebouwencomplex beveiligt tegen inbraak. © Een elektrisch systeem voor inbraakbeveiliging bestaat in principe uit een detector die de poging tot inbraak opmerkt; daarop wordt een signaal doorgegeven aan een alarminstallatie die dan in werking treedt. De in vele uitvoeringen in de handel zijnde detectoren berusten op een van de volgende effecten:

1. het direct of indirect bekrachtigen van een elektrisch contact bij het openen van een deur of raam, bij het wegnemen van een voorwerp of door trillingen ten gevolge van het breken van glas, het forceren van een deur enz.;
2. het onderbreken van een bundel infrarood licht of ultrasoon geluid;
3. het

opvangen van de hitte die afkomstig is van een snijbrander die een safe opensnijdt;

4. het reageren op specifieke geluiden;
5. het meten van veranderingen van de druk in een vloeistof (of de luchtdruk in een gesloten ruimte);
6. de beïnvloeding van elektrische, magnetische of elektromagnetische velden (b.v. radarbeveiliging).

De gebruikte alarminstallaties geven gewoonlijk een akoestisch signaal (sirenes, bellen), vaak gecombineerd met een lichtsignaal (zwaai-, knipperen flitslichten). Daarnaast bestaat de mogelijkheid van een zgn. stil alarm; hierbij wordt wel de politie (of een andere instantie) gewaarschuwd maar daar is ter plaatse niets van te merken. Bij de beveiliging van (m.n. voortdurend) bemande gebouwen wordt ook veel gebruik gemaakt van gesloten televisiecircuits.

< >