m. (-s), microcomputersysteem dat speciaal ontworpen is voor toepassing in de niet-professionele omgeving van de hobbyist.
© Om de kosten laag te houden wordt de hobbycomputer vaak uitgerust met een eenvoudig toetsenbord voor de invoer van gegevens en wordt een normaal televisietoestel gebruikt als uitvoerapparaat. Het aanwezige interne geheugen kan worden uitgebreid door de aansluiting van een eenvoudige audio-cassetterecorder als extern geheugen; de aansluitmogelijkheid is vaak standaard aanwezig. Op de cassettes wordt de informatie opgeslagen in de vorm van verschillende tonen. De cassettes kunnen ook gebruikt worden om programma’s uit te wisselen tussen de verschillende gebruikers. De programmering van hobbycomputers gebeurt meestal nog in machinetaal, hoewel geleidelijk ook hogere talen als BASIC en PASCAL ter beschikking komen. Wanneer het hobbycomputersysteem nog verder uitgebouwd wordt, b.v. met een floppy-diskgeheugen en een printer, waardoor het mogelijk wordt eenvoudige tekstverwerkingen en eenvoudige financiële administraties ermee te behandelen, dan bezigt men gewoonlijk de term personal computer in plaats van hobbycomputer.
Hobbycomputers worden vaak gebruikt voor het spelen van spelletjes. In de hobbytijdschriften staan dan ook regelmatig programma’s voor nieuwe spelletjes of verbeterde versies van reeds bestaande (→ televisiespelletjes). Zij worden ook regelmatig toegepast voor het besturen van elektrische apparaten, zoals elektrische treinen en centrale verwarmingsinstallaties.