eigenlijk: Fernand Henri Leon van der Auwera, Vlaams schrijver, *26.11.1929 Antwerpen. Auwera is sinds 1948 gemeenteambtenaar in zijn geboortestad en sinds 1970 redacteur van het Vlaams litterair tijdschrift Dietsche Warande en Belfort.
Hij werkte tot 1981 tevens mee aan De Volkskrant. Auwera was de eerste Vlaming die de Reina Prinsen Geerligsprijs kreeg (1952; voor een bundel ongepubliceerde verhalen). Hij schreef enkele jeugdboeken, waaronder Kamiel, de geleerde kameel (1960), Het wonderlijke avontuur van Silvester, de stenen kabouter (1962) en De Sint-Maartensramp (1963). In 1963 verscheen zijn eerste roman De weddenschap. In 1980 stelde hij de bundel dronkemansverhalen Drinken tot we zinken samen. In zijn werk, waarin hij veel autobiografische elementen opneemt en dat vaak in Antwerpen speelt, toont Auwera zich een geëngageerd schrijver. Werken: De donderzonen (1965), De koning van de bijen (1966), Mathias ’t Kofschip (1967), Vogels met rode beulskoppen (1968), In memoriam A.L. (1968), Schrijven of schieten? (1969), Geen daden maar woorden (1970), Zelfportret met gesloten ogen (1973), We beginnen de dag opgeruimd en lopen rond de tafel (1974), Piet van Aken (1974), Bloemen verwelken, schepen vergaan (1976), Zonder onderschriften (1977), Ik wou dat ik een marathonloper was (1978), Cowboy spelen (en andere literaire bezigheden) (1980), Uit het raam springen moet als nutteloos worden beschouwd (1983).