Australisch hoornist, *5.3.1931 Melbourne. Tuckwell werd opgeleid aan het conservatorium te Sydney en speelde van 1947-50 in het Sydney Symphony Orchestra, van 1951—53 in het Hallé Orchestra, van 1953-54 in het Scottish National Orchestra en van 1954-55 in het Bournemouth Symphony Orchestra.
Hij was eerste hoornist en voorzitter van het London Symphony Orchestra (1955-68), doceerde hoorn aan de Royal Academy of Music te Londen (1963—74) en maakte deel uit van de International Horn Society (1969-77). In 1963 nam hij deel aan de eerste Engels-Russische uitwisseling van musici en speelde hij in Leningrad en Moskou. In 1968 begon hij een solistencarrière op te bouwen en richtte hij tevens het Tuckwell Wind Quintet op, waarin o.a. James Galway meespeelde. Tuckwell treedt tevens als dirigent op, speelt als solist met o.a. Saint-Martin-inthe-Fields en is sinds 1971 lid van de Chamber Music Society of Lincoln Center.
Hij maakte tournees door Europa, Australië, de VS, Canada, het Verre Oosten, Zuid-Amerika en de USSR. Hij maakte vele grammofoonplaten. Tuckwell heeft grote belangstelling voor de technische ontwikkelingen van de hoorn en werkt aan een lichter, betrouwbaarder instrument dat dezelfde eigenschappen (o.a. timbre) zal hebben als de thans in gebruik zijnde, zwaardere hoorn. Verscheidene componisten, onder wie R.R.Bennett, T.Musgrave, I.Hamilton, D.Banks, G.Schuller, R.Holloway en A.Hoddinott schreven speciaal voor hem. Tuckwell wordt beschouwd als een van de grootste hoornisten ter wereld. Werk: Playing the horn (1978).