Gepubliceerd op 17-01-2021

Afvalverwerking

betekenis & definitie

v., de verwerking van afval.

© Produktieve en consumptieve activiteiten van mensen hebben altijd al het ontstaan van voor de mens waardeloze of onbruikbare stoffen (afval) met zich meegebracht. Deze kunnen een probleem vormen wanneer natuurlijke kringlopen (ecosystemen) worden beïnvloed. In een ernstige vorm komt dit b.v. tot uiting wanneer bronnen van drinkwater — die onderdeel vormen van de kringloop van water — vergiftigd dreigen te worden door afval. Met de opkomst van de industriële maatschappij en de explosieve bevolkingsgroei (na 1950) is de omvang van het afval zo groot geworden en de aard ervan zo veranderd, dat de milieuproblemen sterk zijn gegroeid. Vanwege de toenemende grondstoffen- en energieschaarste begint het lozen van afval bovendien een steeds grotere verspilling in te houden. De term afvalverwerking heeft betrekking op wat er gebeurt met al het afval dat niet in de lucht of het oppervlaktewater wordt geloosd.

Men onderscheidt in dit verband verschillende soorten afval. Stedelijk afval is al datgene wat verzameld wordt door gezamenlijke reinigingsdiensten of door particuliere bedrijven in opdracht van de gemeenten. De belangrijkste categorie daarbinnen vormt in Nederland het huishoudelijk afval (in 1977 1250000 t), grof huisvuil (afgedankt meubilair, koelkasten e.d., bij elkaar 4000001), veegvuil, marktafval, plantsoenafval e.d. Aan chemisch afval, gedefinieerd in een uitvoeringsbesluit van de Wet Chemische Afvalstoffen, bedroeg de Ned. produktie rond 1977 ca. 1000001. Afgewerkte olie, waarvan de verwerking ook in deze wet geregeld is, kwam in een hoeveelheid van ca. 100000 t vrij. Van bedrijfsafval zijn bouw- en sloopafval (in 1977 ca. 61000001), slib van rioolzuiveringsinrichtingen (in 1977 ca. 50000001) en industrieafval (ca. 24000001) in omvang de belangrijkste ondersoorten; voorts zijn ook autowrakken (ca. 5000001) een probleem.

In België wordt wat betreft het niet-industriële afval per hoofd van de bevolking een ongeveer gelijke hoeveelheid geproduceerd. Toekomstige hoeveelheden afvalstoffen kunnen worden geraamd door na te gaan met welke ontwikkelingen de afvalproduktie samenhangt. De omvang van de particuliere consumptie b.v. blijkt sterk samen te hangen met de hoeveelheid huishoudelijke afvalstoffen. Gegeven de verwachting dat de toepassing van rioolzuiveringsinrichtingen en het gebruik van kolen als brandstof (vliegas, sintels) nog sterk zal toenemen, mag voor de produktie van slib, vliegas en sintels een sterkere groei verwacht worden. Dit geldt ook voor de produktie van afvalgips bij ontzwavelen van rookgassen in elektriciteitscentrales. De hoeveelheden sintels, vliegas en gips zullen naar verwachting oplopen tot enkele miljoenen tonnen per jaar.

De verwerking van dit afval loopt uiteen. Globaal kunnen een vijftal methoden onderscheiden worden:

1. storten;
2. verbranden;
3. composteren;
4. terugwinning van grondstoffen;
5. ander gebruik van afvalstoffen.

Voor de verwerking van stedelijk afval worden de eerste drie methoden toegepast. Storten wordt in het algemeen gedaan in landelijke gebieden waar het afval verspreid voorkomt en ruimte beschikbaar is. In het verleden geschiedde dit vaak nog ongecontroleerd, maar onder invloed van het in werking treden van de → Afvalstoffenwet zal dit na 1981 nog slechts gecontroleerd mogen gebeuren, d.w.z. met effectieve controle op de afwezigheid van giftige stoffen en met afdekking van de stort. In 1978 werd in Nederland ca. 45 % van dit afval gestort. Stedelijk afval in urbane gebieden waar dit geconcentreerd vrijkomt, wordt veelal verbrand (in 1978 ca. 75 %). Het composteren, d.w.z. verwerking van afval tot compost, wordt voornamelijk door de Vuil Afvoer Maatschappij (VAM) uitgevoerd.

Per spoor wordt het door gemeentelijke reinigingsdiensten verzamelde afval afgevoerd naar composteringsinstallaties in Wijster (Drenthe) of Mierlo (Noord-Brabant). De verwerking van autowrakken verloopt volgens de vierde methode. Het staal wordt weer ingevoerd in hoogovens. De verwerking van slib geschiedt voor een deel volgens de vijfde methode; het wordt nl. toegepast als ophogingsmateriaal of meststof. Het afvalbeleid in Nederland is erop gericht om naast een milieuhygiënisch verantwoorde verwerking van afvalstoffen en een vermindering van de hoeveelheid te verwerken afval, de terugwinning van grondstoffen en hergebruik te bevorderen. Dit heeft o.a. geleid tot introductie van de glasbak en het in gebruik nemen van een huisvuilscheidingsinstallatie te Wijster waar papier, glas en blik uit het afval worden gehaald om als grondstoffen te kunnen dienen.

Dit soort installaties wordt ook o.a. in Amsterdam verwacht. Indamming van de afvalstroom is o.m. mogelijk door het gebruik van retourverpakkingen te bevorderen, en voor wat betreft chemische afvalstoffen hergebruik binnen fabrieken te stimuleren of verplicht te stellen. Afb.p.17.

< >