(lett.: Godwijsheid), het mystieke, intuïtieve weten omtrent God en het goddelijke. De moderne theosophie is in 1875 door H.
P. Blavatsky gegrond; na haar dood in 1891 trad Annie Besant op de voorgrond. In 1913 scheidde Dr. Rudolph Steiner zich af en noemde zijn leer: Anthroposophie. De theosofen nemen o.a. de reïncarnatieleer aan en die van het Karma.