Nieuwe Woorden Netwerk

Redactie Ensie (2020)

Gepubliceerd op 30-03-2021

Jongerentaal

betekenis & definitie

Jongerentaal is een term die meestal ingezet wordt wanneer jongere mensen schrijven of spreken op een wijze die volwassenen niet volledig kunnen verstaan. Het wordt dan ook beschouwd als een sociolect.

Vaak wordt de theorie aangevoerd dat er een ommekeer zichtbaar is in de ontwikkeling van jongeren. Waar vroeger dingen uit het hoofd geleerd moesten worden, zou het nu noodzaak zijn om zich de kunst van het opzoeken eigen te maken. Ga maar na wat we zelf intypen in zoekbalken en je komt diezelfde telegramstijl tegen: 'weersvoorspelling morgen', 'prijs iPhone 12', 'energie vergelijken onafhankelijk', 'Rick Karsdorp vriendin'. Het is geen excuus, wel een constatering dat dit invloed heeft op andere communicatie.

Veel wordt al sinds jaar en dag letterlijk uit het Engels gekopieerd. En Engels, dat leren jongeren razendsnel, al sinds er Engelstalige series en films zijn, er op MTV razend populaire soaps verschenen in plaats van muziek en natuurlijk met de intrede van social media. Vooral het Amerikaans-Engels wordt veel in het Nederlands overgenomen. Jongeren beginnen een zin wel eens met 'het ding is...' (the thing is...), oftewel: ik zal het je uitleggen. Anglicismen ontwikkelen zich op een onvoorspelbare manier, want heel veel Amerikaans-Engelse uitdrukkingen worden dan weer nooit vertaald. Het houdt de taal onvoorspelbaar en levendig, maar écht (like really)!

De uitvinder van het vaderlandse betrekkelijk voornaamwoord beleeft zware tijden. 'Een meisje die', 'een auto dat'. En dan laten we ‘wie’ en ‘welke’ nog buiten beschouwing. Het lijkt wel alsof ze het erom doen. Fout is fout. De straattaal daarentegen zou men kunnen zien als een multiculturele mix van woorden. Een hiphopgroep als De Jeugd van Tegenwoordig weet daar wel raad mee. Zij zorgen sowieso voor poëtische vondsten. 'De wereld is nu plat ja, op je bolle bips na (...) sorry als ik overdrijf'. (uit: Sterrenstof).

De ultieme nachtmerrie voor menig taalpurist kwam echter in 2013 - in het Koningslied nota bene - uit de pen van de toen 45-jarige muziekschrijver John Ewbank: 'de dag die je wist dat zou komen'. In dat zinsdeel gaat zo'n beetje alles fout, maar de zin haalde wel het Groene Boekje. Het werkwoord 'weten' leverde ook andere inzichten op. Het veelgehoorde 'Je weet toch , (of 'je weet zelf') is technisch prima geformuleerd. Het klinkt straattaal-achtig, maar wie in ogenschouw neemt dat de definitie van weten 'kennis hebben' is, moet de zin eigenlijk goed rekenen. Het is desalniettemin niet gezegd dat onze taal regelrecht verloedert, ook getuige het feit dat iemand uit pakweg 1908 dit artikel waarschijnlijk hoofdschuddend gelezen zou hebben. Dat zij zich ontwikkelt, is een ander verhaal.