Door de meeste Nederlandse marktonderzoekbureaus gehanteerde indeling in sociale klassen.
De volgende vijf klassen worden onderscheiden:
(1) klasse A: de welgestelden (zoals directeuren van grote ondernemingen, hoge ambtenaren en de bovenlaag van zelfstandige beoefenaars van vrije beroepen);
(2) klasse B1: de bovenlaag uit de middengroep (zoals directeuren van
middelgrote bedrijven en ambtenaren in semi-hogere posities);
(3) klasse B2: de onderlaag uit de middengroep (zoals directeuren van kleine-
re ondernemingen, middenkaderpersoneel en ambtenaren);
(4) klasse C: de minder welgestelden (zoals kleine middenstanders, lagere
ambtenaren en kantoorpersoneel en geschoolde arbeiders);
(5) klasse D: de minst welgestelden (zoals ongeschoolde arbeiders en niet-
werkenden).
Zie ook: sociale klasse.