Gemeente in het ZW. van de provincie, per 2011 opgegaan in Súdwest-Fryslân.
Oppervlakte 138,05 km2 land, 24,69 km2 (binnen)water. Gemeentehuis sinds 1986 te IJlst, daarvoor, sinds de vroege 16e eeuw, te Sneek. Naast de hoofdplaats omvat de gemeente nog 27 woonkernen. Na de gemeentelijke herindeling van 1984 behoorden Loënga, Offingawier, Ysbrechtum en Nijhuizum niet meer tot Wymbritseradeel. Blauwhuis en Koufurderrige werden toen vanuit Wûnseradiel, resp. Doniawerstal, bij Wymbritseradiel gevoegd. Natuur en landschap.
Wymbritseradiel bestaat landschappelijk uit twee delen (vroeger elk met een eigen grietman). Een noordelijk zgn. binnendijks deel, en een deel Z. van de Hemdyk. Die dijk is in de 12e eeuw aangelegd om het terpengebied en de bedijkingen van de Middelzee te beschermen tegen het overvloedige water van de meren Z. en ZO van deze dijk en tevens tegen de bedreigingen van de Zuiderzee.
Die meren in het vnl. klei-op-veengebied waren ontstaan als gevolg van de ontginning van het veen vanuit het terpengebied waardoor het maaiveld sterk was gedaald. Noordelijk van de hemdijk waren verschillende hemmen aangelegd waarmee een optimaal agrarisch gebruik werd bevorderd. Het hemmengebied vormt de overgang tussen het terpenlandschap in het noorden en de veenstreken verder zuidelijk. De landerijen rond de talrijke meren, met vaak alleen over water te bereiken boerderijen, leverden in goede jaren hooi voor eigen gebruik en voor verkoop en uitvoer.
Het deel van de gemeente ZW. van de A7 behoort tot het nationale landschap Zuidwest-Fryslân. Anders dan in de noordelijke buurgemeente Wûnseradiel zijn in Wymbritseradiel weinig meren of meertjes drooggemaakt. Dat komt doordat de zandbodem ervan weinig agrarische waarde had, terwijl visvangstmogelijkheden, verkeersfunctie en naderhand de boezemfunctie van al het met elkaar verbonden water belangrijk waren.
In het noordelijke deel van de gemeente overheerst blokverkaveling. Door ruilverkavelingen, waarvan de laatste in de jaren 1980 werd afgesloten, zijn de percelen regelmatiger en groter geworden. Z. van de Hemdyk overheerst de strokenverkaveling van het veenweidegebied. Ruilverkavelingen brachten ook hier schaalvergroting, maar tegelijk werden voorzieningen getroffen ten behoeve van de ontwikkeling van de watersport.
Landbouw is het overheersende grondgebruik binnen Wymbritseradiel: 91,9% (Frl. 78,2%, Ned. 67,5%), natuur en recreatie 2,1% (Frl. 12%, Ned. 17%). Ruim 3% van de grond is min of meer bebouwd (Frl. 6% en Ned. bijna 12%). Het noordelijke deel van de gemeente ligt hoger (gem. rond NAP) dan het veenweidegebied Z. van de hemdijk, waar het maaiveld gem. ca. 1,0 m. beneden NAP ligt.
Opmerkelijke landschapselementen zijn de A7, Bolsward-Joure, met een aquaduct voor het Prinses Margrietkanaal te Uitwellingerga en de N354 waarin voor de Jeltesleat en voor de Ie (Z. Woudsend, in de N928) aquaducten zijn aangelegd. De relatief hoog liggende spoorlijn Sneek-Workum doorsnijdt het lage waterlandschap W. van IJlst. In het open landschap zijn de hier en daar recent gebouwde moderne agrarische bedrijven met grote stallen en silo's opvallend.
Geschiedenis.
Het noordelijke deel van Wymbritseradiel was vanaf ca. de vijfde eeuw v. Chr. hier en daar bewoond. Men had zich gevestigd op oeverwallen langs slenken en had daar de eerste terpen opgeworpen. Na onderbrekingen in de derde en vierde eeuw is in het terpengebied sinds de vierde eeuw sprake van continue bewoning. Vanaf de negende eeuw werd het veengebied vanuit de terpdorpen in cultuur gebracht. Aanvankelijk gebeurde dat via veenriviertjes, waarbij Sneek en IJlst de kop van ontginningen vormden. Later werd meer rationeel langs rechte lijnen ontgonnen. De Wimertsen en de opstrekkende verkaveling, bijv. van Goënga tot ZO. Goingarijp, zijn daarvan duidelijk zichtbare sporen.
In de veengebieden werden nieuwe dorpen gesticht. IJlst en Sneek ontwikkelden zich tot (aan elkaar grenzende) steden en maakten zich los van het omringende plattelandsgebied. Dat district stond in de 13e eeuw bekend als Weynbritzera auld deel of Wagenbrugge (en werd onderscheiden in een hoger en een lager deel). De toename van de bevolking in het zuidelijke deel leidde tot de afsplitsing (ca. 1350) van Doniawerstal. Door de ontwikkeling van Sneek verloor Wymbritseradiel sinds de tweede helft van de 19e eeuw steeds meer grondgebied aan die stad.
Bij het in cultuur brengen van het gebied dat voordien onder de invloed van de zee stond, hebben de kloosters Thabor onder Tirns (gesticht 1406) en Nijklooster onder Scharnegoutum (gesticht vanuit Oldeklooster rond 1233) een grote rol gespeeld. In het veengebied geldt dat voor het grangium van het Sneker klooster Hospitaal te Osingahuizen.
Wymbritseradiel had altijd een sterke relatie met Sneek. Die stad beheerste bijv. de markt voor de zuivel en controleerde ook de belangrijke vaarweg langs IJlst en Woudsend. Nog steeds is Wymbritseradiel voor veel voorzieningen (voortgezet onderwijs, ziekenhuiszorg e.d.) op Sneek aangewezen.
Bevolking en economie.
Wymbritseradiel telde in januari 2010 16.145 inw. (d.i. 2,5 % van Frl.), waarvan in IJlst 3.203, Heeg 2.304, Scharnegoutum 1.700, Woudsend 1.395, Oppenhuizen 1.109, Nijland 1.035; de overige nederzettingen tellen ieder minder dan 1.000 inwoners. In een groot aantal ervan (13) is tussen 1984 en 2010 van krimp sprake geweest. Die werd veroorzaakt door het banenverlies in de agrarische sector en de trek naar de grotere plaatsen (of dorpen nabij Sneek). De groei van de vijf grootste plaatsen heeft die bevolkingsterugloop gemeentelijk ruimschoots gecompenseerd.
Wymbritseradiel heeft een gemiddelde bevolkingsdichtheid van 117 inw./ km2 (Frl. 193, Ned. 491). De voornaamste werkgelegenheid in Wymbritseradiel (2010) wordt gevonden in de dienstverlening (ca. 32%) gevolgd door nijverheid (24%), landbouw (ca. 20%), detailhandel en horeca (13%) en groothandel en transport (11%). Ruim 90% van mensen werkt in een micro- of kleinbedrijf (Frl. 62% en Ned. 56%). Het aantal mensen met een uitkering ligt aanmerkelijk lager in vergelijking met geheel Fryslân of Nederland. De veestapel telt ca. 100.000 dieren, waarvan 33.000 koeien en ruim 63.000 kippen.
De ontwikkeling van de watersportrecreatie in de tweede helft van de 20e eeuw zorgde voor een opbloei van Oppenhuizen/Uitwellingerga, Oudega, Gaastmeer, Woudsend en vooral Heeg. Er werden jachthavens aangelegd, verblijfsaccommodaties gerealiseerd en horeca en dienstverlening groeiden. Lokale scheepsbouw was vroeger vooral van belang in IJlst, Heeg en Woudsend. In IJlst ontstond daaruit o.a. een in de 20e eeuw bekende gereedschappenfabriek. In Heeg bleef houtbouw belangrijk, daarnaast ontwikkelde zich metaalindustrie. Vanuit Heeg en Gaastmeer voeren palingaken naar Londen. In Heeg is de transportsector nog steeds belangrijk.
Woudsend fungeerde een periode als thuishaven voor kustvaarders, die met kofschepen vnl. op de Oostzee voeren. Met name in Woudsend, ontwikkelde zich de scheepsbouw zowel breder (met schepen voor diverse doeleinden en niet alleen voor de watersport) als wat moderne productietechnieken betreft (polyester, roestvast staal).
Politiek en religie.
Zetelverdeling (17) in de gemeenteraad 2010: 4 CDA, 4 FNP, 4 Gemeentebelangen Wymbritseradiel, 3 PvdA, 1 VVD, 1 Christen Unie. Cijfers omtrent religie ontbreken. Waarschijnlijk is ongeveer de helft van de oorspr. overwegend protestantse bevolking onkerkelijk. De band met de eigen dorpskerk bleef. Ongeveer 30 à 40% van de bevolking is protestant; het percentage roomskatholieken bedraagt ca. 10%. Heeg, Woudsend en Blauwhuis vormen parochies. Dat laatste dorp stond bekend als een r.-k. enclave in een verder hervormd gebied.
Monumenten en cultuur.
Woudsend, Nijland, IJlst en Heeg zijn door het rijk beschermde dorpsgezichten. De gemeente zelf voegde daar Greonterp, Westhem, Goënga, Scharnegoutum en Uitwellingerga aan toe. Het overgrote deel van de bevolking heeft Fries als eerste taal.
Zie: CBS, Gemeente op Maat: Wymbritseradiel (2011); Schroor,M., Tussen Hemdijk en Klif (2012); Gildemacher, K.F., Wêr is it lân sa wiid (2010); Nationaal landschap Zuidwest-Fryslân. Landschapsontwikkelingsvisie & Kansenkaart (2009); Ten Hoeve, S., Kerken, torens & klokkenstoelen van Wymbritseradiel (2008); BVF 288-289; Karstkarel, P., 419x Friesland (2005) 962-1019; Bakker, G., red., Wymbritseradiel, skiednis fan in greidgritenij (1974); Halbertsma,H. ‘Taalkunde in het licht der oudheidkunde' Dykstra, K. e.a. red. Fryske Stúdzjes (1960) 425-460. Wymbritseradeels c.a. contributie zeedijken) Zeewerende waterschappen