De (gedwongen) winkelnering was in de 19e, begin 20e eeuw een op arbeiders uitgeoefende dwang om aankopen in een winkel van de werkgever te doen.
Met name in de lage verveningen werden arbeiders onder bedreiging met ontslag ertoe verplicht. De verplichting was zelden formeel vastgelegd en werd vaak ontkend. De prijzen in de winkel van de veenbaas lagen ongeveer 20% hoger dan normaal en de verkochte waar was vaak van slechte kwaliteit. Ondanks protesten van onder meer Ferdinand Domela Nieuwenhuis werd de winkelnering pas in 1907 wettelijk geregeld, om misbruik tegen te gaan.Zie: Frieswijk, Johan, Om een beter leven (1989) 88-92.