Stad en voormalige gemeente in het W. van de provincie.
Oppervlakte ca. 9 km2 land, 0,4 km2 water. In 2011 is Bolsward opgenomen in de gemeente Súdwest-Fryslân. Natuur en landschap.
Bolsward ligt in een zeekleigebied, een oud kwelder- en waddenlandschap, vroeger doorsneden door prielen en slenken. De grootste daarvan was de Marneslenk, die Z. van Bolsward mogelijk een aansluiting had op het Middelzeegebied. Op een natuurlijke verhoging in dat waddengebied zijn al vóór het begin van de jaartelling zeker twee terpen opgeworpen. Die, in de vierde eeuw herbewoonde, terpen vormen thans de kern van de stad Bolsward.
Vanaf de 10e eeuw werden, aansluitend op die terpen, de eerste dijken aangelegd. Mede daardoor verlandden Marneslenk en Middelzee. Via restgeulen en aangelegde kanalen onderhield de jonge nederzetting Bolsward vaarverbindingen met zee en achterland. De centrale ligging ten opzichte van deze wateren was een belangrijk locatievoordeel voor de stad.
Het landschap rond Bolsward is open, het reliëf gering. De stad ligt op een lichte verhoging van getijafzettingen. Plaatselijk zijn daarop iets lager gelegen vlaktes te zien. Die zijn ontstaan door kleiafgraving (afticheling) voor baksteenfabricage vnl. t.b.v. de nabijgelegen stad. Het laagste punt van de gemeente is bij de Wimerts gelegen: -0,8 m. NAP. De binnenstad van Bolsward ligt op een hoogte van ongeveer +0,5 m. NAP. De percelen rond de stad liggen voornamelijk in onregelmatige blokverkaveling, doorgaans in gebruik als weiland, soms als maïsakker.
Agrarische benutting is het overheersende grondgebruik binnen Bolsward: 57% (Frl. 78%, Ned. 68%), bebouwd terrein 28%, natuur 0,2% (Frl. 12%, Ned. 14%). Visueel wordt het landschap rond Bolsward doorsneden door de taluds van de snelweg A7 en de provinciale weg N359. W. van de stad kruisen die elkaar. De belangrijkste wateren die bij Bolsward samenkomen zijn: de Warkumer Trekfeart, de Boalserter Feart, de Wytmarsumer Feart en de Wimerts.
Geschiedenis.
De oudste geschiedenis van Bolsward hangt samen met de aanwezige terpen. Op de noordelijke terp staat de Martinikerk, een driebeukige gotische basiliek uit de 15e eeuw met een hoogoprijzende, vierkante zadeldaktoren. Op deze terp ontwikkelde zich vanaf de 11e eeuw het religieuze centrum. Op de zuidelijke terp concentreerden zich vanaf ongeveer de 10e eeuw de handelsactiviteiten.
Vanwege de strategische ligging aan de doorgaande waterwegen ontwikkelde de handel zich zó voorspoedig dat Bolsward aansluiting kon vinden bij de Hanze. In de 11e eeuw verwierf Bolsward enige tijd muntrecht. Bolswarder munten zijn tot in Oost-Europa teruggevonden. In 1455 werden de Bolswarder ‘stadsrechten' te boek gesteld: een verzameling voorschriften en keuren die tot doel hadden handel en leven in Bolsward te reguleren. De befaamde pater Jan Brugman was bij de opstelling betrokken.
Dichtbij de stad waren twee grote kloosters: het cisterciënzer klooster Bloemkamp te Hartwerd (1191) en de franciscaner abdij (derde orde) Ugoof Oegeklooster (van vóór 1411). Ook binnen de stadsmuren waren twee kloosters te vinden; een franciscaans en een augustijner klooster. Naast hun religieuze functie speelden deze kloosters een rol als plaatselijke centra van intellectuele, bestuurlijke en economische ontwikkeling. De kloosters zijn na de Reformatie in 1580 opgeheven.
Bolsward fungeerde in de middeleeuwen als bestuurscentrum voor Westergo en de grietenij Wildinghe (later: Wûnseradiel). Daarbij had de stad te maken met de laatmiddeleeuwse twisten tussen de Schieringers en Vetkopers. Als Vetkoperse stad trok Bolsward vaak op met het eveneens Vetkoperse Leeuwarden, o.m. tegen de Schieringer steden Sneek en Franeker. In 1420, 1494 en 1497 werd Bolsward door laatstgenoemden geplunderd. Dat verhinderde niet dat de stad groeide en bloeide.
Het in uitbundige Fries maniëristische stijl gebouwde stadhuis van Bolsward (1614-1617), bekroond door een rijzige lantaarntoren, geeft uitdrukking aan de toenmalige welvaart en het prestige van de marktstad. Voor de nabije omgeving ontwikkelde de stad zich tot verzorgend centrum, in de 19e eeuw tot uitdrukking komend in een zich uitbreidend winkelapparaat en in de vestiging van groothandelsbedrijven.
In diezelfde eeuw bleef de industriële ontwikkeling van Bolsward echter relatief achter; buiten enkele grotere zuivelfabrieken (die Bolsward tot een centrum van zuivelverwerking maakten) vestigden zich slechts kleinere metaal- en voedingsmiddelenindustrieën. In de tweede helft van de 20e eeuw nam de woonfunctie van Bolsward toe. Verscheidene nieuwbouwwijken (o.m. Parkplan, Noord I en II, Eekwerd en Fûgelkrite) omringen thans de oude binnenstad. De nieuwbouwwijk Hartwerdervaart is eind 2009 in exploitatie genomen.
Tevens ontwikkelde Bolsward zich tot onderwijscentrum (voortgezet onderwijs, volwasseneneducatie) voor de nabije omgeving. De stad verloor ondanks verzet de hogere zuivelschool toen het hbo in Fryslân werd geconcentreerd. Voor meer gespecialiseerde dienstverlening zijn de inwoners aangewezen op Sneek of op Leeuwarden.
Bevolking en economie.
In januari 2014 telde Bolsward 10.155 inwoners. De stad heeft een gemiddelde bevolkingsdichtheid van ca. 1.128 inw./km2 (Frl. 193, Ned. 491). Lange tijd vertoonde Bolsward een gematigde bevolkingsgroei: van rond 2.800 inwoners begin 18e eeuw, via circa 6.400 begin 20e eeuw, naar ongeveer 7.600 in 1950. Daarna nam de bevolking in korte tijd sterk toe tot circa 10.000 inwoners rond 1975. Deze toename was een gevolg van expulsie uit de landbouw en de trek naar de stad vanwege de daar aanwezige werkgelegenheid en betere voorzieningen. Sindsdien stabiliseert de bevolking zich rond de tienduizend inwoners.
De voornaamste werkgelegenheid in Bolsward wordt gevonden in de industrie (20%), gezondheidszorg en welzijn (17%), handel en reparatie (13%), overige dienstverlening (11%) en bouwnijverheid (10%). Vanouds neemt de voedingsmiddelenindustrie in Bolsward een belangrijke economische positie in, vooral op het gebied van zuivelbewerking, koffiebranderijen en drankproductie (bier en gedestilleerd). De nijverheid vindt voornamelijk plaats aan de ZW-kant van de stad (bedrijventerreinen Wymerts en De Ward). Langs de A7 ligt het bedrijventerrein De Marne als moderne zichtlocatie en met directe verbinding met de snelweg.
Politiek en religie.
Zetelverdeling (totaal 13) in de Gemeenteraad 2010: 5 CDA, 4 PvdA, 1 VVD, 1 Bolswards Belang, 1 GL, 1 Gem. Bel. Bolsward. Religie: onkerkelijken 30-45%, Roomskatholieken 10-20% en daarmee t.o.v. de omgeving relatief hoog, islam <2%, de rest van de bevolking is merendeels prot.-christelijk.
Cultuur en sport.
Bolsward is de woonplaats geweest van Gysbert Japicx (1603-1666): schoolmeester en voorzanger van de stad en beroemd dichter en schrijver in de Friese taal. Gysbert Japicx gebruikte het Fries als literaire taal en is een uiterst belangrijke schakel in de 17e eeuw zonder wie de literaire opleving van het Fries in de 19e eeuw ondenkbaar is. De belangrijkste provinciale literatuurprijs voor oorspronkelijk Fries werk is naar hem genoemd en wordt in Bolsward uitgereikt.
De binnenstad van Bolsward is aangewezen als beschermd stadsgezicht. Het centrum telt een groot aantal monumenten, waaronder 79 rijksmonumenten. De Martinikerk is oorspronkelijk een 15e-eeuws gebouw en herhaaldelijk vergroot en gerestaureerd. De Broerekerk, voorheen een kloosterkerk uit de 13e eeuw, is in 1980 afgebrand. Na overkapping in 2006 van de resterende muren wordt de kerkruimte nu gebruikt voor allerlei activiteiten. Het Sint Anthonygasthuis, gebouwd eind 18e eeuw voor huisvesting van alleenstaande vrouwen, bezit een zeer rijke voogdenkamer.
Verder staat op het stadsgebied een drietal poldermolens: De Klaver, Tadema's molen en een tjasker uit 1973. In het stadhuis is de Oudheid kamer ondergebracht. Het Titus Brandsmamuseum schenkt aandacht aan de nagedachtenis van deze in concentratiekamp Dachau omgekomen pater-karmeliet, hoogleraar en auteur (1882-1942).
Qua sportieve activiteiten in Bolsward kan gewezen worden op de rijwielen de step-Elfstedentochten, welke tochten jaarlijks rond Pinksteren worden gehouden. De Heamielfeesten worden ieder jaar gedurende vier dagen in juni georganiseerd met onder meer een kermis en een jaarmarkt. Zij hebben, naar verluidt, hun oorsprong in de oogstfeesten die in vroeger tijd in de stad plaatsvonden. Bolsward kent een breed aanbod aan sporten recreatieve voorzieningen.
Zo beschikt de stad, buiten de gebruikelijke sportvelden, onder meer over een sporthal, een kaatsterrein, tennisbanen, een ijsbaan en een overdekt zwembad. Bij het stadscentrum ligt het Bolswarder Sportcomplex. Omdat Bolsward op een knooppunt van waterwegen ligt wil de stad zich ontwikkelen tot een centrum van watertoerisme.
Zie: CBS, Gemeente op Maat: Bolsward (2011); Schroor, M., ‘Tot profiit ende netrefticheit der armen' (2011); Brouwer, C., Stadhuis van Bolsward (2010); BVF 234-235; Plaatsnamen 45-46; Monumenten86-96; Robijn, V. e.a., Het recht van een vrije Friese stad (2005); E 301-307; Kullberg, J., Bolsward, gebouwd op terpen (1992); Andela, H.A.M., Bolsward. zeven eeuwen minderbroeders (1976); EVF 200-201.