Vijzel, m. (-s), koperen of ijzeren werktuig (om er iets in fijn te stampen); (soort) windas.
*-EN, bw. gel. (ik vijzelde, heb gevijzeld), met eenen vijzel opwinden.
*-HOOFD, o. (-en), schroef van den vijzel.
*-STAMPER, m. (-s).
Gepubliceerd op 04-08-2020
betekenis & definitie
Vijzel, m. (-s), koperen of ijzeren werktuig (om er iets in fijn te stampen); (soort) windas.
*-EN, bw. gel. (ik vijzelde, heb gevijzeld), met eenen vijzel opwinden.
*-HOOFD, o. (-en), schroef van den vijzel.
*-STAMPER, m. (-s).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.