Snaak, m. (snaken), kluchtige persoon; knul.
*-SCH, bn. en bijw. (-er, meest snaaksch), kluchtig, grappig, koddig. -HEID, v. (...eden), grappigheid, kluchtige manieren.
*-HOOFD, o. misvormd beeldje; kabouter, dik ventje.
Gepubliceerd op 04-08-2020
betekenis & definitie
Snaak, m. (snaken), kluchtige persoon; knul.
*-SCH, bn. en bijw. (-er, meest snaaksch), kluchtig, grappig, koddig. -HEID, v. (...eden), grappigheid, kluchtige manieren.
*-HOOFD, o. misvormd beeldje; kabouter, dik ventje.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: