Misselijk, bn. en bijw. (-er, -st), leelijk; flaauw, kwalijk, onpasselijk; vreemd, raar, wonderlijk, gemelijk, verdrietig; - worden, zich ongesteld gevoelen, buiten kennis geraken.
*...HEID, v. (...heden).
Gepubliceerd op 04-08-2020
betekenis & definitie
Misselijk, bn. en bijw. (-er, -st), leelijk; flaauw, kwalijk, onpasselijk; vreemd, raar, wonderlijk, gemelijk, verdrietig; - worden, zich ongesteld gevoelen, buiten kennis geraken.
*...HEID, v. (...heden).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: