Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 03-01-2020

Teleologie

betekenis & definitie

Aan Aristoteles toegeschreven leerstelling die uitdrukt dat alles wat bestaat, met name in de natuur, een doelgerichtheid kent

Elk organisme lijkt een doel na te streven, namelijk het wil overleven, groeien en zich voortplanten. Waar komt die doelgerichtheid vandaan? Ook het spreken in functies is problematisch: ogen zijn er om te zien en een zwemblaas is om te verhinderen dat je als vis steeds naar de bodem zakt. Waar komt die functionaliteit vandaan? Vele filosofen en evolutiebiologen hebben daar ideeën over geopperd.

De doelmatigheid (telos) kan van buiten komen of van binnen. Als hij van buiten komt wordt hij toegeschreven aan een (Goddelijke) hogere macht of een intelligente ontwerper. Als de doelmatigheid intern gegeven is moet men in het organisme een vitale kracht erkennen die de bron is van de doelgerichtheid. Beide opvattingen zijn voor een wetenschapper geen houdbare standpunten.

Teleologie toegepast op de evolutie komt overeen met het principe van orthogenese. Het leidt tot de “scala naturae”, een ordening van de natuur volgens een ladder, waarin de mens gezien wordt als kroon op de schepping. Deze opvatting was populair tot zelfs in de moderne tijd. De Franse filosoof Henri Bergson had een uitgesproken orthogenetische opvatting van evolutie; hij veronderstelde een “élan vital”, een principe dat van generatie op generatie overgedragen wordt en verantwoordelijk is voor het ontstaan van variaties die zich ophopen en nieuwe soorten creëren.

Volgens de moderne, darwinistische, opvatting van evolutie bestaat teleologie niet in de natuur. De doelgerichtheid is schijn. Ze is een gevolg van de combinatie van toeval en onvermijdelijkheid: natuurlijke selectie werkend op toevallig ontstane variatie, leidt tot “doelgerichte” aanpassingen aan het milieu.