Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 29-08-2019

Sagittale kam

betekenis & definitie

Benige richel, lijst of band die over de lengte van de schedel in het midden oprijst, aanwezig bij veel zoogdieren, ook bij sommige homininen

De sagittale kam of crista sagittalis is het aanhechtingspunt voor de linker en rechter musculus temporalis, een van de twee kauwspieren die de onderkaak bewegen. De m. temporalis loopt vanaf het opstaande deel van de onderkaak, onder de jukbeenboog door, tot aan het wandbeen (os parietale). Bij de moderne mens is de aanhechting op de schedel een halfcirkelvormig vlak dat zich uitstrekt tot ongeveer halverwege de schedel boven het oor. Maar bij zoogdieren, die kleinere hersenen en vaak ook steviger kauwspieren hebben, loopt de m. temporalis door tot boven op de schedel. In veel gevallen is dan de aanhechting versterkt door middel van een benig uitsteeksel midden op het schedeldak.

De sagittale kam is bij veel zoogdieren seksueel dimorf, namelijk bij mannen sterker ontwikkeld dan bij vrouwen (denk aan de enorme kam bij mannelijke gorilla’s, de zilverruggen). In die gevallen zijn de mannen uitgerust met zware kaken en grote hoektanden. Deze kenmerken dragen bij aan de mannelijke expressie en zijn vergroot door seksuele selectie.

De sagittale kam is een voorouderlijk of primitief kenmerk in de evolutie van de mens omdat ze teruggaat op de mensapen en later is verdwenen. Ook de seksuele dimorfie is kleiner geworden. Veel homininen hebben nog een duidelijke sagittale kam. Bij de robuuste soorten van het geslacht Paranthropus is hij zeer opvallend. Bij Homo erectus en Homo heidelbergensis is de schedel aan de bovenkant licht gepunt; men noemt dat een sagittale kiel. Bij de neanderthaler en de mens is geen sagittale kam of kiel meer aanwezig.