Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 16-06-2018

Dilatatie

betekenis & definitie

Verwijding; in de paleontologie vooral gebruikt voor de verwijding van het ruggenmergkanaal in de borstwervels

In de wervels bevinden zich openingen waardoor het ruggenmerg loopt. De wijdte van de openingen wordt verondersteld een indicatie te geven van de dikte van het ruggenmerg, het aantal axonen en de mate van sturing op de organen die vanuit die plek van het ruggenmerg geïnnerveerd worden.

De tussenribspieren van de borstkas die sterk betrokken zijn bij de ademhaling, ontvangen zenuwen vanuit de thoracale wervels. De mate van controle over de ademhaling zou dus verband kunnen houden met de wijdte van het ruggenmergkanaal ter hoogte van de borstkas.

De dilatatie van het thoracale ruggenmergkanaal is goed te zien in het fossiel van de “Turkana-jongen” of “Nariokotome-jongen” vanwege de compleetheid van het skelet. In dit fossiel van 1,6 miljoen jaar oud, gevonden bij het Turkanameer in Kenia, is de dilatatie duidelijk kleiner dan bij Homo sapiens. Op basis van dit argument is vaak gesteld dat H. ergaster niet beschikte over een voldoende fijnregulatie van de ademhaling die nodig is om te kunnen spreken. Het moment van 1,6 miljoen jaar geleden is vervolgens aangehouden als ondergrens voor de evolutie van taal.

Met de vondst van Homo erectus-fossielen in Georgië (ook wel genoemd H. georgicus) is deze interpretatie op losse schroeven komen te staan. De Georgiëmens, 1,8 miljoen jaar oud, heeft namelijk thoracale wervels met een dilatatie vergelijkbaar met de mens. Als de dilatatie van het ruggenmergkanaal in de thoracale wervels iets te maken heeft met het kunnen spreken zou taal dus kunnen zijn ontstaan bij H. erectus na de migratie uit Afrika.