Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 18-04-2020

Acetabulum

betekenis & definitie

Heupkom; gewrichtskom aan de zijkant van het bekken waar de kop van het dijbeen in draait

Het komgewricht gevormd door het caput femoris en het acetabulum is het grootste gewricht van het menselijk lichaam dat een flink deel van het lichaamsgewicht draagt en tegelijkertijd naar meerdere kanten beweeglijk is. Het acetabulum bevindt zich op de grens van de drie heupbeenderen, ilium, ischium en pubis. Het punt waar deze beenderen samenkomen ligt feitelijk in het acetabulum.

Bij de mens zijn zowel de dijbeenkop als het acetabulum vergroot ten opzichte van de mensapen, als aanpassing aan het lopen op twee benen. De horizontale afstand tussen het linker en rechter acetabulum wordt interacetabulum-afstand genoemd. Deze afstand is een maat voor de breedte van het bekken. Deze is bij de vrouw groter dan bij de man vanwege de noodzakelijke ruimte voor het baringskanaal.

De interacetabulum-afstand is een compromis tussen het lopen op twee benen (wat het beste gaat met smalle heupen) en het baren van kinderen (wat een breed bekken vereist). Het baringskanaal is bij de mens maar net voldoende om een baby door te laten; om de bevalling mogelijk te maken moet de baby in het ideale geval een “dubbele spildraai” uitvoeren: een draai op het achterhoofd bij het indalen, vervolgens na de geboorte van het hoofd een kwartslag terug om de schouders ruimte te geven. Dat de kraamvrouw hulp nodig heeft en dat een bevalling kan leiden tot obstetrische problemen is te zien als een gevolg van ons bipedalisme. Uit een vergelijking van fossiele bekkens van vrouwelijke neanderthalers met neanderthaler-kinderen blijkt dat ook neanderthalers een moeilijke bevalling hadden.