Vinificatie is het woord waarmee men het gehele proces bedoelt om van een druif tot een fles wijn te komen. Dit heeft een erg lange traditie, al zijn er door nieuwe technieken ook veranderingen gekomen in de wijze waarop wijnmakers het vinificatieproces doorlopen.
Vinificatie is op te delen in drie hoofdfasen: ten eerste de stap van druif naar most, daarna van most naar basiswijn en ten slotte van basiswijn naar verkoopbare, drinkbare wijn. Vanaf het moment dat de druiven de wijnmakerij binnenkomen, begint het vinificatieproces. In de eerste fase worden de trossen ontdaan van steel en eventuele bladeren, waarna de druiven subtiel worden geperst, zodat de pitten heel blijven. Ook kan een wijnmaker er voor kiezen om de druiven te kneuzen. Hierbij wordt de druif, inclusief pit, stukgemaakt, waardoor meer tannine in de wijn komt. Wat overblijft na dit proces wordt most genoemd. Om van most tot een basiswijn te komen, worden vele stappen ondernomen die sterk verschillen per wijnmakerij. Wat wel een vast onderdeel is van deze fase is het vergisten. Gistcellen nemen zuurstof en suiker op en zetten dit om in alcohol. Dit proces vindt plaats in zogenaamde gistkuipen. Na de belangrijke tweede fase houdt de wijnmaker een basiswijn over. Dan rest de laatste stap: het laten rijpen op vat. Dit kan op eikenhout zijn, maar tegenwoordig worden ook roestvrijstalen vaten gebruikt. Het materiaal en de duur van de rijping hebben sterk invloed op de smaak van de uiteindelijke wijn.
