Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Zeshoek

betekenis & definitie

Zeshoek - de ministers van Economische zaken,

Financiën, Sociale Zaken, Binnenlandse zaken, Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en de premier. Zij vormen een van de onderraden van de Ministerraad, waarin de belangrijkste financieel-economische beslissingen worden voorgekookt. → kijfhoek, vijfhoek.

Binnenlandse Zaken en WVC houden zich op de vlakte, evenals Jo Ritzen van Onderwijs, die voor de gelegenheid het kernkabinet, de zogenaamde zeshoek, is komen versterken. Elsevier, 20-04-91

Simons doet dit voorstel in een vertrouwelijke notitie die hij op 24 februari heeft toegestuurd aan premier Lubbers en de bewindslieden van Financiën, Economische Zaken, Sociale Zaken en Binnenlandse Zaken, de zogenoemde zeshoek. de Volkskrant, 13-03-92

Het kabinet staat op het punt het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) te privatiseren. Gisteren hebben de zes meest betrokken bewindslieden, verenigd in de zogenaamde ‘zeshoek’, een uitgewerkt voorstel van de ministeries van binnenlandse zaken en financiën besproken. Het Parool, 29-08-92

Dan komt de agenda van de ministerraad aan de orde, plus de daaraan voorafgaande vergadering van de ‘zeshoek’. Elsevier, 24-12-94

Ook ministers en staatssecretarissen hebben minder vakantie. De ministerraad besteedt de eerste twee weken van juli vrijwel volledig aan het opstellen van de begroting voor 1997: op maandag hebben de bewindslieden op hun departement stafbespreking en schrijven ze aan hun Memorie van Toelichting, dinsdag vergaderen de onderraden, de woensdag is voor de ‘zeshoek’ (het officieuze kernkabinet van premier Kok en de afgevaardigden van de ‘spending departments’: de ministers Zalm, Wijers, Melkert, Dijkstal en Borst)... Elsevier, 13-07-96