Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Zappen

betekenis & definitie

Zappen - (Am.-Eng. to zap + -pen-, naar de Amerikaanse stripverhalen, waar zap! ‘floep, zoef’ betekent), met behulp van de afstandsbediening voortdurend van het ene televisieprogramma naar het andere overschakelen. Informeel. → kanaalzwemmen.

Tijdens het ‘zappen’ bent U vast ‘Remote Control’ al tegengekomen. En wellicht hebt u, dronken van zoveel beeldgeweld, snel het volgende knopje ingedrukt. Knack, 26-04-89

Er zijn al afstandsbedieners die moeiteloos alle commercials uitzappen. Elsevier, 15-09-90

Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat tweederde van de volwassen Amerikanen tijdens reclameboodschappen ‘zapt’... NRC Handelsblad, 19-11-90

Inmiddels is iedereen alles gewend; gelovigen halen bij de grofste godslastering hun schouders op en ‘zappen’ opgewekt van het ene erotische magazine naar het andere. Vrij Nederland, 18-01-92

Verschillende kranten- of tijdschriftartikelen vluchtig doornemen; verschillende boeken tegelijk lezen.

De televisie heeft ons leren zappen. Het kan heel leuk zijn en een vriend raadde aan eens zappend door de kranten te gaan. Elsevier, 19-05-94

Peter ter Mors gaat uit van de ‘scannende lezer’ die ’s ochtend in de metro door de krant ‘zapt’ en zich misschien voorneemt een bepaald verhaal ’s avonds helemaal te lezen. Elsevier, 18-05-95

Ik ben een zappende lezer. Ik ben altijd bezig in vijf of zes boeken tegelijk. HP/De Tijd, 15-12-96

... een enorm hippe - onoverzichtelijke - layout, waar je doorheen moet zappen... De Morgen, 18-01-97

Ze lezen niet van A tot Z. Ze moeten kunnen zappen door het blad. Nieuwe Revu, 01-04-98

het vernietigen van computerbestanden.