Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Van dattum

betekenis & definitie

Van dattum - eufemistisch voor ‘geld, seks, drank’; meestal vergezeld van een bepaald gebaar.

En nu we toch als kunstenaars onder mekaar zijn, de heren gaan hem zeker even raken. Lekker van datteme. Arie Visser: Het vangen van de draak, 1983

Ga je vaak vreemd, vroeg De Geer hem op zeker moment, want als het over van dattum gaat kan de reclame wel even wachten. Trouw, 27-11-92

Heb je wel eens belabberd gespeeld omdat je vlak voor de wedstrijd had... nou ja, van dattum? Nieuwe Revu, 17-04-96

Ik ben oud, ik heppet gehad, zeker wat van dattem betreft! Vrij Nederland, 18-05-96

De meisjes wordt geleerd zich weerbaar op te stellen omdat jongens alleen van dattum zouden willen. Opzij, februari 1997