Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Tamagotchi

betekenis & definitie

Tamagotchi - (Jap. tamago ‘ei’ + watchi ‘horloge’; handelsmerk), virtueel knuffeldier, verpakt in een eivormige sleutelhanger; elektronisch speelgoedkuiken van Japanse makelij. Het speeltuig is voorzien van een beeldschermpje, een timer en zelfs een resetknop voor het geval dat het kuiken overlijdt (de tamagotchi-leeftijd schommelt rond de 28 dagen). Wanneer het beestje niet op tijd verzorgd en gevoederd wordt, geeft het de pijp aan Maarten. Het ding werd dan ook ontworpen om (Japanse) kinderen meer verantwoordelijkheidsgevoel te leren. Een andere reden is wellicht dat de Japanse jeugd door ruimtegebrek huisdieren van vlees en bloed ontbeert. De tamagotchi werd rond Kerstmis 1996 op de markt gebracht door de Japanse Bandai-fabrieken. Nog geen half jaar later ontketende dit speeltje ook bij ons een rage. Vrij snel kwamen er ook allerlei imitaties op de markt.

De anti-individualistische Japanners zijn extreem ragegevoelig. Maar de gekte beheerst sinds eind mei ook Engeland en Amerika, waar scholen inmiddels zijn overgegaan tot een Tamagotchi-verbod. Elsevier, 03-07-97

We kunnen amper de naam uitspreken of de Tamagotchi wordt al geconfronteerd met concurrenten allerhande. NetWerk, september 1997

De Vietnamese douane heeft op het vliegveld van Ho Chi Minh-stad enkele honderden tamagotchi, computerspelletjes met een soort vogeltje, van Japanse toeristen in beslag genomen. De Morgen, 13-09-97

Deze week wordt in Nederland Persona geïntroduceerd, een computerversie van de aloude periodieke onthouding. De Tamagotchi onder de voorbehoedsmiddelen. HP/De Tijd, 17-10-97

Kent u de Tamagotchi? De nieuwste rage onder schoolkinderen. In Japan bedacht en ontwikkeld om volwassenen en kinderen, die vanwege ruimtegebrek geen huisdier kunnen houden, een ‘elektronisch huisdiertje’ te kunnen bieden. Opzij, november 1997