Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 15-06-2017

Marathon-

betekenis & definitie

Marathon- - voorvoegsel dat aangeeft dat iets van zeer lange duur is, bijvoorbeeld in marathoninterview. → mega-.

In mei 1991 las Freek de Jonge zijn roman ‘Neerlands Bloed’ voor in een marathonbijeenkomst van twaalf uur. de Volkskrant, 12-02-93

Want de HO heeft weinig tijd: het is de makke van de VPRO dat alle programma’s er zo lang duren, altijd marathoninterviews, altijd hele ‘zomeravonden’. Vrij Nederland, 04-09-93

Ter gelegenheid van de nieuwe editie van dit werkje kunt u deelnemen aan het marathondebat dat wordt gehouden op de website van zijn uitgever. PC-Active, april 1997

Frost heeft een onaantastbare status, hij interviewt al dertig jaar op televisie en is beroemd van zijn marathonreeks met Nixon over Watergate waarin hij indertijd miljoenen investeerde, die er ruimschoots uitkwamen. Vrij Nederland, 03-05-97

Het afgelopen half jaar was Van Aartsen ook voorzitter van de EU-ministers van landbouw en visserij, een zware klus, want het gezelschap heeft nogal eens marathonvergaderingen nodig om beslissingen te nemen. HP/De Tijd, 11-07-97

De daarop volgende marathongijzeling van 241 man Amerikaans ambassadepersoneel (Carters reddingspoging met helikopters liep dood in de Perzische woestijn) kweekte diepe anti-Iraanse sentimenten onder de Amerikaanse bevolking. Elsevier, 09-08-97