Laptop - (Eng. ‘schoot’), draagbare computer. Werkt op batterijen die na langdurig gebruik (ca. 10 uur) moeten worden opgeladen. Een lapcomputer is vooral geschikt voor mobiele beroepen (journalisten, vertegenwoordigers). Groot nadeel van het apparaat zijn de vaak afwijkende standaards voor stekkers in het buitenland. Dat geeft problemen bij het inpluggen. Laptops zijn ook veel duurder dan bureau-pc’s. De term dateert van ca. 1986. → notebook, palmtop.
Toshiba annonceert twee kleuren ‘laptopjes’. Een laptop is een schootcomputer (U weet wel, zo een die in een aktentas past). Mens & Wetenschap, nr.6/1989
De laptop is een portable computer die zo klein is dat hij op de ‘lap’ (op schoot) gebruikt kan worden. Niet elke laptop werkt op batterijen. Een notebook is iets kleiner dan een laptop en heeft als buitenmaten de omtrek van een vel A4-papier. PC-Koop, nr.5/1995
Ze had een tekstverwerker. En een laptop. Lévi Weemoedt: Overal wat, 1995
Interessanter is het luxe-segment: een compleet opgetuigde laptop met ingebouwde CD-ROM-speler kost in Amerika de helft. HP/De Tijd, 24-05-96
Hoe vaak heb ik niet stiekem zitten lachen om mannetjes-in-de-trein met een laptop op hun lap. Computer Info, oktober 1996
Buurvrouw wil een laptop kopen, omdat ze denkt dat het aan haar levensgeluk bijdraagt. HP/De Tijd, 25-10-96