Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 13-06-2017

Ham(m)am

betekenis & definitie

Ham(m)am - (Arab.), oosters (islamitisch) badhuis.

Nog altijd neemt het badhuis, de ‘hammam’ in veel islamitische landen een belangrijke plaats in.

In de zomer van 1988 is ook in Amsterdam een ‘hammam’ geopend. Marlies Philippa: Koffie, kaffer en katoen, 1989

De vrouwen in de harem, onafgebroken etend, opium rokend en snoepend, brachten hun tijd door met (kinder)spelletjes, toekomst voorspellen, dansen en zingen; ook amuseerden ze elkaar door verhalen te vertellen over vroeger, over toen ze nog vrij waren. Een belangrijke onderbreking van het dagelijks ritme vormde een bezoek aan de hamam, het badhuis, dat, omdat het buiten het paleis lag, voor de vrouwen het enige uitje en contact met de buitenwereld was. Haagse Post, 27-01-90

Relaxter is het de rustdag te gebruiken voor de reiniging van lichaam en geest in een Oosters badhuis, de Hamam. HP/De Tijd, 15-11-96

‘Ik voor jou doen,’ zegt een gezette vrouw van middelbare leeftijd. Wij, beiden bezoeksters van de ‘hamam’ in Utrecht, zijn zo goed als naakt, en hulp bieden bij het wassen van een rug, of het haar ‘hennaen’, blijkt vanzelfsprekend. Elsevier, 04-01-97

Nog te weinig mensen laten zich bij hun reis naar Turkije verleiden tot een bezoek aan de hamam. De Morgen, 19-04-97