Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 08-06-2017

Format

betekenis & definitie

Format - (Eng.), structuur van een radio- of televisieprogramma, bijvoorbeeld een talkshowformat; gedetailleerde analyse van een tv-show, met aanduiding van de verschillende onderdelen en rustpauzes, de lokaties, de shots die genomen moeten worden alsmede de duur van elk onderdeel. Ook voor een systeem van informatieopslag, zoals de plaat en de tape.

Pikant was dan ook dat in de MipComstands van de ‘grote drie’ formats van Vara, NCRV, Tros en Veronica te koop lagen. Vrij Nederland, 06-11-95

Adje Roland (ooit in de huiskamer bekend als de presentator van de Polderpopparade!) levert aan elk station dat hem wil. Programmaformules, maar ook de kant-en-klare programma’s die daarbij horen. In radiogeheimtaal heet dat allemaal bij elkaar ‘formats’. Vrij Nederland, 12-03-94

Radio Noord-Holland heeft sinds 1 januari ook een radicaal ‘gehorizontaliseerd’ format. HP/De Tijd, 17-01-97

Die eerste uitzending was trouwens aardiger dan de tweede. Dat lag, behalve aan het verrassende ‘format’ van het programma, ook aan de spelers. Trouw, 14-02-97

Een scheut erotiek, een portie dubbelzinnigheid, een ongecompliceerde babbel met een Bekende Nederlander - kortom, waarom is ‘In bed met Lisa’ niet allang ingelijfd door SBS, Veronica of desnoods RTL waar zo’n ‘format’ ongetwijfeld een blos naar de wangen jaagt? Vrij Nederland, 12-04-97