Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 08-06-2017

Femsoc

betekenis & definitie

Femsoc - (afk. van feministisch-socialistisch), marxistisch-feministisch; strijdbaar. Informeel.

Ik heb ze nodig, mijn femsoc-vrouwen, dat is waar. Anja Meulenbelt: De schaamte voorbij, 1980

... een groep enthousiaste vrouwen uit de femsoc-beweging. Opzij, maart 1989

Femsoc. Afko van feministisch-socialistisch. ‘Zij is femsoc’, daarmee behorend tot de harde kern van strijdbare ‘meiden’ (...). Solidariteitstaal. Hans Auer: Zeg nooit doei, 1995

Andere politici zagen hun vrouw als partner, zoals Den Uyl zijn ‘fem-soc’-echtgenote Liesbeth. Elsevier, 30-03-96

ook als zelfstandig naamwoord: een feministisch-socialistisch ingestelde vrouw.

De ‘femsocs’ (marxistisch feministen) maakten zich bijvoorbeeld sterk voor een drastische opwaardering van het huishoudelijk werk...

Ed van Eeden en Peter Nijssen: Jong in de jaren ’70. Tijdsbeeld van een generatie