Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 08-06-2017

Fast-food

betekenis & definitie

Fast-food - (Eng.), snelle hap, gemaksvoedsel: snel bereid voedsel, zoals bijvoorbeeld hamburgers, kroketten, döner kebab en i.h.b. de Big Macs en de ‘burgers’ uit de Amerikaanse massaproductie.

Catering van Dikker & Thijs of ‘fast food’ uit de magnetron. Karla Fohrbeck en Huub Knijpers: Van totem tot lifestyle, 1987

Ze raakt verslaafd aan drugs en alkohol en eet uitsluitend fast food. Fabiola, maart 1987

In de keukens heerst een lopende-bandregime, waar het personeel volgens ontelbare instructies uit dikke handboeken, volgens strakke tijdschema’s en met strenge normen het ‘fast food’ binnen een minuut aan de bezoekers dient te serveren. HP/De Tijd, 29-11-96

Fast food is er op elk uur van de dag en nacht, evenals klimaatbeheersing, vrije seks, arbeidsloos inkomen en plastische chirurgie die de jeugd verlengt. NRC Handelsblad, 25-04-97

overdrachtelijk m.b.t. producten die snel consumeerbaar zijn, bijvoorbeeld gemakkelijk leesbare tijdschriften.

Zijn ze het kunstmedium van de jaren tachtig, de nieuwe ‘Gesammtkunst’, de plaats waar de scheppingskracht van de popcomponist en de fantasie van de videokunstenaar elkaar ontmoeten - of slechts ordinaire reclame, visuele fast-food, opium voor de jeugd, postmoderne kitch? Fenomenen van de jeugdcultuur, 1989