Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 07-06-2017

Dal: in een —(letje) zitten; door een (diep) - gaan

betekenis & definitie

Dal: in een —(letje) zitten; door een (diep) - gaan - een inzinking doormaken. Informele uitdrukking.

In Mendoza zijn we door een geweldig dal gegaan. We hebben voor het slechte spel allerlei oorzaken gezocht, de bal, het gras, de hoogte, wat hebben de jongens daar afgezien. Vrij Nederland, 11-07-81

Ook werken met Joe Boyd was een prima ervaring, maar op het persoonlijke vlak gingen we door een diep dal. Oor, 12-12-87

Er bleek een groot gebrek aan echte mannen te bestaan. Mannen met journalistieke ervaring. Mannen die pieken hadden gekend en nu in een dalletje zaten. Nieuwe Revu, 16-10-96

Maar als je altijd heel erg naar kinderen hebt verlangd, en je krijgt na veel pogingen en vruchtbaarheidsonderzoeken te horen dat je ze niet kunt krijgen, ga je door een diep dal. Opzij, november 1997