Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Zeven is een galg vol

betekenis & definitie

Men bezigde deze uitdrukking om te kennen te geven, dat de personen, waarover men spreekt niet veel zedelijke waarde bezitten; thans wanneer een getal personen tot zeven aangroeit.

De uitdrukking is ontleend aan het getal misdadigers dat aan de groote, op drie stijlen rustende galg hangen kon, de eereplaats in 't midden, iets hooger dan de zij-plaatsen, werd dan ingenomen door den grootsten schurk. Vgl. Tuinman 1,147: Dit hebben zy (de vrijbuiters) met de zeeroovers gemeen, waarom zy tot een maatschappy en galg behooren. Zeven van de zelve is een galg vol; Ndl. Wdb. IV, 171; Taalgids V, 187; Molema, 484: zeuven is 'n galg vol; net 'n galg vol; Antw. Idiot. 1482: Meer lawijt maken als zeven dieven aan de galg; nd. söwen es en volle galleg; hd. Sieben machen einen Galgen voll (Wander, IV. 552). In joodsche taal kent men een ganze thelieë (galg) vol!, een heel gezelschap, een heele troep (Esther IX, 14).