Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Weet ik veel!

betekenis & definitie

Een joodsch gezegde, dat gebezigd wordt om uit te drukken, dat men er niet veel van weet; er niet verder over wenscht te spreken.

Vgl. Voorzanger en Polak, 34: Weet ik veel!, praten wij er maar niet verder over, daar kan ik me niet mee ophouden, ik wil er niets meer van zeggen; weet ie veel, hij is dom; Nw. School VIII, 468: Mij kan het niks schelen, de tonneninhoud van Rotterdam, Nieuw-Amsterdam, etc. alle stoomvaartlijnen, allemaal lezer! die van Rotterdam uit varen laten, weet ik veel! Nw. Amsterdammer, 6 Febr. 1915, p. 9 k. 2: Mama staat schokschouderend op en pa brult: Nou ja, weetje veel; Persl. 172: Izak zeg dat 't (gordijn) neer mot. Weet-ie-veèl.... geloof mijn nou. Es, 't het niet noodig; bl. 175: Vin je niet Es? ‘Weet 'k veel’ zei ze en trok de schouders op; Zoek 25: Doar is ewest meneer Davissen de makelaar en doar was mevrouw de Beer en ik weet veule, allemoal nette lui; bl. 71: Had 'k ze dan mutten vroagen? hervroeg de ouwe, z'n vrouw aanziend. ‘Weet 'k veule,’ haalde Moeder de schouders op; bl. 216: Honger! wisten ze veule wat of honger was! Ze hadden altied de weeldebrokkies ehad; Het Volk, 29 Oct. 1913 p. 5 k. 1: Ga maar op huisbezoek plakken, en weet ik veel!