Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Uit zijn vel springen

betekenis & definitie

D.i. barsten, hetzij van vrees, van woede of angst; thans alleen bij overdrijving gezegd van iemand, die woedend is, zich dik maakt en buiten zich zelf raakt; vgl. mnl. (van torne) spliten; ndl. barsten van spijten het lat. (invidia) rumpi; gaudimonio, felicitate dissilire. De uitdrukking dagteekent bij ons uit de 16de eeuw; ze komt voor in het [i]Sacr. v.d.

Nyeuwerv.[/i] 12: Ic springhe van vare (angst) uut den velle. Verder bij Hooft, Ged. II, 335: Om ien hayr soud' ick wel uyt mijn vel springhen van spijt; in de Gew. Weeuw. II, 24: Ik seg je, dat ik uit mijn vel meenden te springen van boosheid; Hofwijck, 552 (van vreugde); Spaan, 52; 90; Focquenb. Singh-Sangh I, 3: Mijn hartje brandt op koolen en springht mijn vel schier uyt; Tuinman I, 312; Langendijk II, 206; Harreb. I, 80 b; Antw. Idiot. 1322; Waasch Idiot. 620; 688 b; Schuermans, 777 b: Uitzijn velspringen van kwaadheid; iemand uitzijn veldoen springen; in hetfri. ut syn fel barste, van trotschheid; utsyn felspringe fen lilkens (boosheid), fen blydskip. Te vergelijken is Despars, 3, 35: Hij meende uyt zijn schoens te springhene van quaetheden (vgl. De Bo, 998: Uit zijne schoen springen van verschot (schrik), van blijdschap of van gramschap); Paffenrode, 110: Ik spring schier uyt mynen draeghband dat ik sulke dingen vanje hoor; bl. 202: 't Is om door 't garen te springen (Sewel, 230); Winschooten, 229: zijn reuzel(s) scheuren; Coster, 356, vs. 1635: Ja wel, ick scheur mijn reusel en maacker een huyck van; Harreb.

I, 338 b; Brieven v.B. Wolff, 333; Sewel, 673: Ik meende myn reuzel te scheuren, ik meende van spyt te barsten, I thought to burst with spite. Ook in andere talen kent men de uitdr. zooals blijkt uit het ofr. issir de sa pel; fr. ne pas tenir (ou crever) dans sa peau; hd. aus der Haut fahren oder springen; eng. to jump (or fly) out of one's skin (ook van vreugde). Zie ‘Zich dik maken’.