D.w.z. 't is dief en diefjes maat, twee kraaien pikken elkaar de oogen niet uit (lat. cornixcornice oculos non effodit, Macrob. 7, 5. 2) of zooals in de middeleeuwen gezegd werd: de een wuifden anderen niet misbiet (zie [i]Spiegel d.
Sonden,[/i] 14295) of die een wolfen bitet den anderen niet (Stemmen, 19). Vgl. gri. [I]KÜWV Kuvög oUx amsTal;[/I] lat. canis caninam non est, Goedthals, 71: twee quade honden en byten malcanderen niet, corbeau a corbeau ne creve iamais les yeux; Sartorius II, 4, 37: die een boef weet hoe d'ander om sijn hert is; twee quade honden bijten malcanderen niet, ook I, 2, 67; Spieghel, 283; Van de Venne, 265 heeft hiervoor: grimmende honden vreesen malkander, zie Huygens VI, 51; Gew. Weuw. 3, 17: Twee kwaaje honden zitten elkander niet licht in 't hair; Harrebomée III, 228-229; Waasch Idiot. 749: De wolven bijten malkander niet dood, de boozen verbroederen als er tegen de goeden te strijden valt (Antw. Idiot. 2164); Wander II, 1564: eine Krähe hackt der anderen die Augen nicht aus; fr. les loups ne se mangent pas; eng. dogs do not eat dogs; hawks will not pick hawk's eyes out, nd. eene Krägge hackt der annern keen Auge ut(Jahrb. 38, 159) en vgl. fri.: twa kwea hounen bite elkoarnet, vl. razende honden bijten malkander niet.