Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Te buiten gaan

betekenis & definitie

D.w.z. buiten ‘de schreef’ gaan, de grenzen overschrijden, mnl. hem ontgaen; vooral in zich zelven te buiten gaan, onmatig zijn.

In de middeleeuwen beteekent te buten gaen of butengaen afstand doen; in de 17de eeuw zich te buiten gaan, van zijn gewone doen, van zijn denk- en handelwijze afwijken (vgl. Vondel, Gijsbr. v. Aemst vs. 1572 en later in ongunstige bet. onmatig zijn, in welken zin het in de 17de eeuw gewooon is; vgl. Halma, 96:Zig te buiten gaan, commettre quelque excès, sortir des hornes, aller trop loin; zie verder het Ndl. Wdb. III, 1808-1810.