Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Talen naar iets

betekenis & definitie

Gewoonlijk met de ontkenning niet talen naar iets, er niet naar vragen.

Het wkw. talen beteekent hier eig. een gerechtelijken eisch instellen ter verkrijging van iets, zijne aanspraken doen gelden, in het mnl. vooral voorkomend in de uitdr. talen na of naeriet, zijne aanspraken op iets doen gelden; hetzelfde als iet aentalen; vgl. Taalk. Bijdr. 1,80 vlgg.; Mnl. Wdb. VIII, 52; Kiliaen:Taelen nae eenigh dinck, interrogare, quaerere, inquirere de re aliqua, naar iets onderzoek doen; het mnl. en 17de-eeuwsche taalman, advocaat; Rutten, 257 b: zich vertalen, zich verdedigen. In Groningen is thans nog bekend antoalen, aanspreken (Molema, 12 b1)). In de 17de eeuw ook: om iets talen, dat voorkomt in Vondel's War. der Dieren XIII, vs. 7. Zie verder Huygens 1,174; IV, 322; Pers, 870 a; Tuinman II, 240; Halma, 626: Naar taalen, naar verneemen, s'enquérir, se soucier, se mettre en peine; hij komt niet eens naar mij taalen, hij komt niet naar mij omzien; hij taalt naar geen drinken, hij vraagt niet eens om drinken; fri. tale nei.