Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Schibboleth

betekenis & definitie

Onder een schibboleth of sjibboleth (dat ‘korenaar’ of ‘stroom’ beteekent) verstaat men een herkenningswoord, eene leuze.

Het woord is ontleend aan Richt. 12 v. 6, waar wordt medegedeeld, dat de Ephraïmieten, die over de Jordaan wilden vluchten voor de Gileadieten, aan de veren dit woord moesten uitspreken, dat ze niet konden, zoodat zij niet sjibboleth maar sibboleth zeiden, waaraan ze door hun vijand werden herkend. Hetzelfde middel pasten de Vlamingen bij de overrompeling van Brugge (1302) toe om de Franschen te onderkennen, door ze schilden vriend te laten uitspreken. Vgl. Ndl. Wdb. XIV, 548 en Handelsblad, 18 Mei 1923 (O), p. 9 k. 4: Nog vaak is een voldoend cijfer voor rekenen het shibboleth, dat beslist over de verhooging.