Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Rozengeur en maneschijn

betekenis & definitie

wordt gebezigd om een toestand van gelukzaligheid aan te duiden; veelal in ontkennenden zin.

Zie Ndl. Wdb. XIII, 1544 en vgl. o.a. Het Volk, 12 Mei 1915, p. 1 k. 1: Dit neemt niet weg, dat niet alles voor de miliciens en landweermannen rozengeur en maneschijn was; 29 Mei 1915, p. 1 k. 1: De verhouding tusschen Frankrijken Italië is niet louter een atmosfeer van rozengeuren maneschijn geweest; Haagsche Post, 23 Febr. 1924, bl. 284: Nu is het op deze aarde lang niet alles rozengeur en maneschijn.