Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Loop naar (om of rondom) de pomp (en haal water)!

betekenis & definitie

Eene verwensching die wil zeggen loop heen! hoepel op!; zie Winschooten, 193: Loop in de pomp, en haal de klap naa je toe! dat is: loop pompen, want dat sonder het ophaalen van de klap niet geschieden kan: het beteekend dan soo veel als loop hiervan daan, en bemoeje met uuwwerk: loop hudselen!; zie ook [i]Com.

Vet. [/i]89. Of dit tweede gedeelte later er achtergevoegd is, kan vooralsnog niet worden uitgemaakt; vermoedelijk wel; vgl. Brederoo, 28, 425: Loopt met jouw duyten in ien pomp; zie Taal en Letteren III, 263; Staring's Jaromir te Praag, vs. 75: Loop naar de pomp, en drink u nuchtren, kwast! en vgl. de nu nog gebruikelijke zegswijze: loop naar de pomp en laat je wasschen; het fri.: rin nei de pomp en sup wetter, waarnaast ook rin nei de Ryp op sieeptoffeis (W. Dijkstra 1,293); stfri. loop na de Ryp op sloffen. Andere dergelijke zegswijzen zijn: loop naar de maan (en pluk sterren (C. Wildsch. III, 30; 343; eng. to wish one over the moon); ga naar Leuth, om sokken te wasschen (Harreb. II, 19); loop naar de galg (= lat. suspende te; fr. pends toi; eng. go and be hanged); vgl.

Campen, 8: her wtan der galgen; Plantijn: gaet te galgewaerts, en zie Winschooten, 115, waar de uitdr. gelijk gesteld wordt aan: vaar heen voor scheepskok!; loop naar de canaries (Canarische eilanden); C. Wildsch. III, 254). In Limburg, volgens Welters, 105: loop naar de galg, dan valt er geen pan op het hoofd. Vgl. verder loop naar den hemel en verkoop je aan de hel (Harreb. I, 303 b); loop naar de Mookerhei(vgl. Gew. Weeuw. I, 23; C. Wildsch. III, 4), dat te vergelijken is met: ik wenschte, datgij op de heide te Hoboken laagt (Harreb.

I, 297 a; Schuerm. 389 a); in Kortrijk: ik wenschte, dat hij op nen hert naar Spanje reed (Schuerm. Bijv. 121 b); in Kl. Brab. loop naar de klooten (ook Antw. Idiot. 671), naar den galg; in Groningen: ik wol dat doe op de bloksbarg zatst (Taalgids IV, 282 en Eckart, 55); in de middeleeuwen (Bloeml. III, 126, 23): ic wilde hi zate in Jericho (vgl. hd. gehe nach Jericho und lass dir den Bart wachsen; eng. go to Jericho); in Amsterdam: loop naar de Pampus (ook bij Molema, 317 b); verder: loop naar de Franschen; loop naar je peet, naar je tante, je grootje; in de 17de eeuw: iemand voor den duivel (of droes, drommel) op Marken wenschen; Breughel, 27: ick wou de droes u lyff had te Aken gevoert, Rusting, 38: dat die de duvel haal en voer die op een kar na Bremen; verder: vaar voor alle Turken!; loop voor St.-Stuifzand! - voor St.-Truyen!; loop naar den duivel, drommel! - naar den bliksem (en help donderen) (in Antw. den blidderum); loop naar de weerlicht!, - den donder!, - de verdoemenis!, - de hel!, voor Joost (Sara Burgerhart, 38), - naarde weerga, naar de koekoek(en) (Schuerm. 272 a en Antw. Idiot. 685); - naar de kloosters! (Schuerm. 349 b); - naar de knoopen (of de knoppen) (Schuerm. 350 a; Teirl. II, 219); loop knikkeren (Harreb. III, 37; Brieven v.B.

Wolff, 228); loop, ga hoepelen
(De Bo, 432); loop naar Pruis-Pommeren, klitsen bakken (t Daghet, XVII, 2); loopt naar de paters en laat u belezen (Waasch Idiot. 101 b); loopt naar den bliksem en gaat helpen donderen (Waasch Idiot. 181 b); loop hutselen (Hooft, Ged. II, 422); Sart. II, 4, 16: loopt schijten, loopt kacken!; in Deventer: loop hen driteni; gron. loop hen t schieten (Molema, 560 b); vgl. fr. envoyer chier qqn; loop Ten nüsselen (Draaijer, 28); loop nao de wip (Draaijer, 49); loop om jotjes (De Bo, 471); - naar de stokken! (id. 1105); ga watmuis vangen (Rutten, 149); ga watpissen; fr. envoyer pisser qqn (bl. 175); ga wat zuilen (bl. 294). Vgl. ook nog De Bo, 631 en 1049: draai uwe liere (of uwe ziel of uwe snaren) af, het fri.: gean op bêd, ju!; enz. enz.