Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Geen bal of de ballen

betekenis & definitie

In de studententaal wordt geen bal of de ballen gebruikt voor niets. Zoo zegt men: hij weet er geen bal (of de ballen) van; hij antwoordde geen bal; daar deugt geen bal van, enz.

In de middeleeuwen werd bal reeds in dezen zin gebruikt ‘voor eene nietigheid, die men wegschopt’, bijv. in de Disp. 166: Niet een bal ne doech hem(hept hun) haer berouwen. Voor de 17de eeuw vergelijke men Kluchtspel II, 69: 'k Gever niet om een ouwen bal; Van Moerk. 195: Wat een ouwe bal, wat een dwaasheid. Zie verder De Jager's Latere Versch. 110; Joos, 97; Molema, 499 b: 't mog 'n ol bal, er is niets van aan, en vgl. de Vlaamsche uitdrukking: die jongen deugt geen ket(knikker; Schuermans, 236); Gron. 75: Ik heb nooit 'n bal voor 'm uitgevoerd. - Ja, hihihi, ik snap 'r zelf de ballen (niets) van; St L. 56: Als je 'm zoo hoorde snoeven, dat-ie de ballen ooit dee; Nkr. IX, 20 Febr. p. 4: Men wijt het aan allerlei dingen en snapt er de ballen niet van; Speenhoff I, 31:

Hij was een man van niemendal,

Om eer en plicht gaf hij geen bal.

Naast ballen wordt ook gezegd ‘de ballen van den bok’ of ‘de ballen van den commandant’, waaruit blijkt, dat in deze uitdrukking ballen als testiculi wordt opgevat, waarvoor ook pleit ‘er de klooten van weten’ (Kmz. 186) naast ‘er de ballen van weten’ of ‘snappen’, en het Antwerpsche: er de konten van kennen (Antw. Idiot. 692) naast er de knoppen van weten (Antw. Idiot. 2240). Zie Kmz. 186; 363: Van zoo'n partijtrekken snap ik de kloote; bl. 178: Als ik nou weer college ging loopen, zou 'k 'r de balle an hebbe.