Van eene daad blijven de natuurlijke gevolgen wel eens uit; niet alles gelukt.
Vgl. Winschooten, 235: Elke schoot is geen endvoogel: dat is, het lukt altijd niet eeven wel; Halma, 138: Elke schoot is geen endvogel, spreekw. tous les coups ne portent pas; on ne rencontre pas toujours; Sewel, 214; Tuinman 1,280: Een paard met vier voeten struikelt wel; zo mist het ook een meester wel eens. Elke schoot is geen endvogel; Adagia, 3: Alle scheuten sijn geen entvogels, non semper feriet quodcumque minabitur arcus; Harreb. I, 171: Elk schot is geen eendvogel, anders kwamen er meer, men past dit toe op mislukking van allerlei aard, bepaaldelijk op het gedrag van den lichtmis, die er zich mede troost; Molema, 516: Elk schot is gijn eendvogel; zuidndl. Alle scheuten zijn geen endvogels, niet alles gelukt (Antw. Idiot. 406); oostfri. eiker schöt is gên treffer (of gên antfögel).