Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

De een zijn dood is de ander zijn brood

betekenis & definitie

De dood van den een bezorgt een ander een middel van bestaan, doordat hij in diens plaats komt; ook wel in algemeener zin, dat men dikwijls voordeel trekt uit het nadeel van een ander; vgl. lat. lucrum sine alterius damno fieri non potest; De Brune, 379: 't Verderf van d'een, als nu en dan, ist rijzen van een ander man De zegswijze dateert uit de 16de eeuw; vgl.

Trou m. Blycken, bl. 9: Des eens doot is dikwils des anders vrame (voordeel); Tuinman I, 114: Des eenen dood, is des anderen brood, door 't afsterven van den eenen, verkrygt de andere levensmiddelen, door erfenis, door amptvolging, enz.; II, 150; Sewel, 181: De een zyn dood is de ander zyn brood, one's death is another's bread; Ndl. Wdb. III, 2833; Arbeid, 24 Sept. 1913, p. 2 k. 1; Schuermans, 81 b; Waasch Idiot. 182 b; De Bo, 190 b; Antw. Idiot. 304; 1654; Rutten, 41 b; Teirl. 340: iemands dood es iemands brood; fri.: de iene syn skea (schade) is d'oare syn brea. Ook in het hd. de. zwe. en eng. komt de zegswijze voor. Zie Wander IV, 1235: de ên sin Död is de anner sin Brot (Eckart, 525; Dirksen II, 20); des einen Tod des andern Brot; eng. whatis one man's meat, is another man's poison (niet alles is voor allen hetzelfde) naast one man's breath is another man's death.

< >