Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

De aanhouder wint

betekenis & definitie

D.i. wie volhardt, bereikt zijn doel; Sartorius III, 3, 81: Assidua stillasaxum excavat: [i]Aenhouden doet verkrijgen.

De stadige aenhouder wint;[/i] ook II, 3, 27, waar de volgende verklaring gevonden wordt: significat nihil esse tam arduum, quod diligentia curaque non efficiatur.Servilius, 90 heeft hiervoor: wie nyet op en houdt, verwint ten lesten. Allerlei variaties vindt men bij verschillende schrijvers. Zoo bij Campen 114: anstaen doet vercryghen (ook bij Spieghel, Byspr. 3, 15 en R. Visscher, Brabb. 199; aanstaan verwint (Brederoo, III, 408); Gruterus III, 132: deanleggerwint; Brederoo, Moortje, 14: ghestadicheyt verwint; Huygens, Korenbl. II, 107: de aenhouder verwint; Halma, 7: de aanhouder verwint; Tuinman 1,87: de aanhouder overwint; enz. Zie Harrebomée III, 98; Waasch Idiot. 43 a; Teirl. 4: den anhauwer wint, wordt schertsend gezegd als men van iemand spreekt, die met een vrouw aanhoudt (= het houdt); en vgl. Eckart 13: anholnddeitkrign;oostfri. anholden deid ferkrïgen;fri. de oanhälder wint.