D.w.z. daar is niet mee samen te werken, niet mee op te schieten.
De uitdr. dateert uit de 16de eeuw; vgl. Sart. II, 5, 56: Men mach daermede eeren (ploegen) noch egghen, in hominem intractabilem et insuavibus moribus; X, 36: Men mach met hem eggen noch eeren; KluchtspelII, 71: Mijn vrou, daer ick nou van daen ben ghegaen, was uytermaten quaet, men konder meê eggen noch eeren; Harreb. III, 22; Antw. Idiot. 1673: Met iemand niet kunnen eggen of eren, er niet mee uit de voeten kunnen, er niets mee kunnen aanvangen; Handelsblad, 17 Dec. 1914, p. 2 k. 4 (ochtendbl.): Maar er kunnen evengoed vakvereenigingen als steuncomité's zijn, waarmee niet valt te eggen of te ploegen; Ndl. Wdb. III, 3965.