Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Bergen en dalen ontmoeten elkander niet, maar menschen wel

betekenis & definitie

Men bezigt deze zegswijze bij een zeer onverwachte ontmoeting.

Ze komt bij ons eenigszins anders voor in de 17de eeuw bij De Brune, 224:d' Een mensch den ander wel ontmoet,

Dat gheen gheberght' of heuvel doet.

Huyghens, Hofw. 645: Daer moeten sich, niet Bergen, maer menschen als mijn Bergh; V.d. Venne, 195: Menschen gemoeten malkanderen meer dan de vaste Bergen; Gew. Weuw. III, 17: Huizen en boomen ontmoeten den ander niet, maar menschen wel; Esopus, Het Cremoneesche Vreugdevuur: Immers is 't waar, dat bergen, en daalen malkander niet ontmoeten, maar menschen al. Tuinman II, 102 citeert haar in den tegenwoordigen vorm: Bergen en dalen ontmoeten malkanderen niet, maar wel menschen; dit zegt men van zulke, die malkanderen onverwacht in vreemde gewesten bejegenen en aantreffen; Sewel, 572: Bergen ontmoeten malkander nooit, maar menschen somtyds. Vgl. verder Harreb. I, 47 b; fri.: Bergen mette in-oar net, mar minsken wol; ook Antw. Idiot. 1228: Boomen komen malkanderen niet tegen, maar menschen wel (zoo ook bij Rutten, 35 b; Tuerlinckx, 614); Waasch Idiot. 646 a: Bergen komen malkander niet tegen, maar menschen wel, ik zal mij wreken; evenzoo bij Teirl. 126 in den zin van: ‘wij zullen malkaar nog wel ontmoeten en dan zullen we eens voor goed afrekenen’.

De zegswijze is in vele talen bekend; ook in het Arabisch en onder de negers in Suriname en de Deensche Antillen; vgl. D.C. Hesseling, Het Negerhollands der Deensche Antillen, 130: Bergi mit bergi no kan tek, ma twee mens sal tek; Wander I, 312; 313. Vgl. fr. il n'ya que les montagnes qui ne se rencontrent pas; hd. Berge kommen nicht zusammen, aber Menschen wohl.