Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Gepubliceerd op 10-03-2020

Benjamin

betekenis & definitie

D.w.z. de jongste zoon, aldus genoemd naar den jongsten zoon van Jacob; ook de lieveling van vader en moeder, de frul of 'et febbeken, zooals de Antwerpenaars zeggen.

Zie Laurillard, 5; Zeeman, 71 en Antw. Idiot 415; 4351). Ook in het fr. en hd. wordt Benjamin in dezen zin gebruikt.