Aerschot, bert van

betekenis & definitie

(geb.1917) VI. romanschrijver. Hij studeerde aan de Antwerpse Academie, werkte bij een bouwbedrijf en werd daarna tv-verslaggever. Hij debuteerde met de roman De kleine wereld 1942 en gaf pas tien jaar later drie novellen uit onder de titel Ik leefde gisteren 1952. Hierna bleef hij romans met een naturalistisch karakter publiceren. Zijn oorspronkelijk harde kijk op de dingen is in de loop der jaren milder geworden. Tot zijn werk behoren Bittere wijn 1954, De vrouwen 1956, Einde van een reis 1959, De gebroeders 1961, De dochters van Delphi 1964, Aleida zonder zwaan 1966, De priesteres 1968, De naamloze vennootschap loopt gesmeerd 1969, De stad bij morgenlicht 1974.